Mam, ik houd van je.
Het einde van een tijdperk nadert.
De Griendheuvel is verkocht en 2 juni moeten we het pand verlaten hebben.
Langzaamaan wordt het hier leger en leger.
Het kamertje waar Joska haar spulletjes zijn en haar foto’s aan de muur hangen
blijft in stand tot haar verjaardag 30 mei.
Het meisje zou dan 18 jaar geworden zijn.
Achttien jaar.
Joska blijft altijd zestien.
Ik kijk rond en zie haar ogen naar me kijken. Haar pretoogjes als kleuter, de
vastberaden blik onder haar blauwe haren, de opgroeiende volwassen blik op haar
laatste selfies.
Ze wordt nooit ouder dan dat.
Pijn schiet door me heen.
Ik heb verschillende dingen
gehoord over het rouwproces en één daarvan is dat pijn, verdriet, gemis niet
minder, maar juist meer kan worden naarmate de jaren verstrijken.
Uit ervaring kan ik nog niet spreken, maar ergens kan ik me voorstellen dat dat
zo werkt.
Leeftijdgenoten groeien door en de vraag hoe het dan nu met Joska zou zijn komt
absoluut langs.
Gisteren was een goeie vriendin
van Joska bij me om ook een tijdje in het kamertje te zijn.
De gesprekken zijn waardevol. Ook zij zit met vragen waar ze geen antwoord meer
op kan krijgen, maar door het praten over situaties kunnen twijfels worden weg
genomen.
Door te praten over hoe ik dingen verwerk kan zij inspiratie krijgen.
Wij beiden stonden heel dicht bij Joska in haar laatste maanden en daarover
praten heelt.
Ik krijg tekeningen te zien die ik nooit gezien had, zij krijgt teksten te
lezen die ze nooit gelezen had en samen luisteren we naar Joska haar stem bij
het afluisteren van haar afscheidsbrief.
Haar stem klinkt zakelijk, ze heeft dit vast veel geoefend.
Tot haar laatste zin.
De tranen zijn duidelijk hoorbaar wanneer ze uitspreekt “Mam, ik houd van je.”
Deze tranen raken rechtstreeks mijn hart. Haar ziel is voelbaar.
Ik koester het.
Ik ben blij dat ik weer even over
Joska kan praten met iemand die haar ook goed kende.
Ik praat niet zoveel meer over Joska en nu ik dat weer doe merk ik hoe ik dat
mis.
Sinds de Corona-uitbraak is mijn leven totaal op zijn kop gezet.
Alle positieve energie die ik voelde om bij Fluitekruid te gaan werken, definitief
in Dordrecht te gaan wonen en eindelijk het leven weer ultiem te inhaleren werd
16 maart, op het verjaardagsfeest van Jarno, in één klap weg genomen door de uitspraak van de regering.
Geen werk meer, geen inkomen, geen nieuw huis, geen re-start, maar terug naar Schiedam.
Het leven daagt me weer uit.
Waarom weet ik niet.
Gelukkig verzand ik nooit in het grote waarom toch, maar het was een harde
krabbel dit keer.
Weer overleven, weer opnieuw bouwen, Joska verdwijnt tijdelijk naar de
achtergrond.
Ik zelf praat niet veel over haar, mensen vragen er niet meer naar.
Gelukkig heb ik mijn boek.
Het is bijna af.
En nu, 2 maanden later, zit ik in de Griendheuvel en kijk Joska in haar ogen.
Ik voel de liefde, ik voel haar liefde.
Dichter bij het hier en nu kom ik niet.
Ik zet een bosje rozen neer en de aankomende 2 weekenden zal ik hier veel te
vinden zijn.
Mijn meisje.
Ik houd van je.